Vandaag zijn we met onze vaste tuk-tukker van Baca Villa naar het Tonle Sap meer gegaan. Jan had ons al gewaarschuwd voor de afzetpraktijken hier, dus we waren al voorbereid. Erg jammer trouwens, dat de “gidsen” hier de nadruk leggen op zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld verdienen aan de toeristen. Het is namelijk best interessant om te zien hoe de mensen hier op het meer leven. Eenmaal aangekomen bij het haventje vertrekken we met een bootje met gids het meer op, dwars door het drijvende dorp. De dorpen verplaatsen zich automatisch gedurende het jaar, omdat de hoogte van het water bepaald waar de dorpen drijven. Dit kan dus aan de rand van het meer zijn, maar ook ergens in het midden. Je ziet allerlei soorten drijvende hutjes, en ook echte boten die als huisje gebruikt worden. De was hangt overal buiten en kinderen spelen op het water, in drijvende wasteilen bijvoorbeeld.
Op het meer zijn we gestopt bij een krokodillenfarm, waar ze niet alleen krokodillen, maar ook verschillende vissoorten uit het meer houden. Van de krokodillenfarm werden we naar de “drijvende markt” gebracht. Dit klinkt heel leuk, zeker als je de drijvende markt bij Bangkok gezien hebt, maar het lijkt er totaal niet op. Het is meer de Makro in het klein, en de bedoeling is dat je er een zak rijst koopt bijvoorbeeld, met de smoes dat die naar de school gaat, maar in feite wordt de zak rijst daarna weer gewoon teruggebracht naar de winkel en blijven ze er dus aan verdienen, en niet zo’n beetje ook, want voor een zak van 20 kilo vragen ze gewoon 40 dollar, dat zijn natuurlijk absurde prijzen, zeker voor een arm land als Cambodja. Jan had ons hier al voor gewaarschuwd, dus we zijn er niet ingetrapt! Bij de markt konden we ook overstappen op een kleiner bootje, om zo door de mangrove te varen. Dit leek ons wel erg leuk en hoewel het weer pure afzetterij was (kostte nog 15 dollar extra), hebben we het toch maar gedaan. Erg mooi en grappig om aan de bomen te kunnen zien hoe hoog het water er kan staan. Wel jammer dat het er ontzettend vervuild is, overal drijven flesjes en hangen plastic zakken in de bomen, zonde van de prachtige natuur hier! Hierna zijn we teruggevaren naar het haventje, waar onze tuk-tukker lekker in een hangmatje lag te slapen tot wij terug kwamen. Onderweg nog wat typische Cambodjaanse hutjes kunnen zien, erg leuk om te zien hoe de mensen hier zelf echt leven.
Terug bij het hotel wilden we toch eens uitzoeken of we ergens konden gaan zwemmen om wat af te koelen, en we hadden het andere gezin gisteren zien terugkomen op de fiets in hun zwembroek met een handdoek over hun schouder, dus we moesten ergens kunnen zwemmen. De manager vertelde ons dat er een Australier wat verderop zat, die een zwembad met bar had, dus daar heeft onze tuk-tukker ons naartoe gebracht. Voor een paar dollar mag je er heel de dag aan het zwembad liggen, best lekker als het bloedheet is!
Na het zwemmen zijn we teruggelopen naar het hotel en hebben we een fiets gepakt. We wilden naar het platteland fietsen, wat makkelijk te vinden was volgens Jan, maar wij hebben het helaas niet gevonden! We zijn naar het centrum gefietst en hebben daar nog maar een keer gebakken noodles met ei gehaald om bij het hotel op te eten.