Vanuit Madaba zijn we naar de Dode Zee gegaan. Eerst zijn we gestopt bij het Panoramic View Point. Het uitzicht was wel mooi, maar verder stelde het weinig voor.
We zijn snel verder gereden naar de Dode Zee, waar we bij het Amman Tourist Beach gebruik hebben gemaakt van het strand. Hier kun je gebruik maken van toiletten en douches voor 12 JD per persoon, wat eigenlijk nog best duur is, maar het is de goedkoopste optie buiten het publieke, gratis strand, waar je als vrouw in badkleding niet echt gewaardeerd wordt, dus dat vonden we geen goede optie.
Het strand was helaas uitgestorven en er was ook geen modder te vinden om jezelf mee in te smeren (gelukkig had ik in Amman al wat modder gekocht voor thuis). Dan maar zonder modder de zee in. Wij hadden een hele aparte ervaring verwacht, maar het is gewoon een strand met een zee (zoals in Italië of Spanje, niets heel aparts dus) waar je vanzelf in blijft drijven, wat heel handig is zolang je op je rug blijft liggen. Op je buik zwemmen is niet echt een optie, wat dan kukel je voorover! Wat wel apart is, is de vettige laag die achterblijft op je huid, we hadden dit al gelezen, dus vandaar dat we graag een douche bij de hand wilden hebben.
Van de Dode Zee zijn we naar de Ma’in hotsprings gegaan. Hier kun je zwemmen onder een warme waterval (in deze tijd van het jaar is het water 50 graden Celcius). Achter de waterval kun je een grot in, welke een soort natuurlijke sauna vormt.
Na hier een uurtje te hebben gebadderd zijn we gauw verder gegaan, want we moesten nog een flink stuk afleggen naar het Dana Nature Reserve. Fadi, de eigenaar van het hotel in Madaba, had al gezegd dat onze plannen voor deze dag “really impossible” waren, dus we hadden ons wat verkeken op de reistijden op dit stuk. Toen we om 15.00 uur bij Ma’in wegreden, gaf onze navigatie aan dat het 1,5 uur rijden was. Onderweg wilden we nog bij het kruisvaarderskasteel in Karak stoppen, maar na deze stop toch maar overgeslagen te hebben, kwamen we rond 19.30 uur dan eindelijk in Dana aan. Gelukkig stond daar binnen 20 minuten een lekkere maaltijd voor ons klaar. We deelden het hotel met een ander Brabants stel, waarmee we in hetzelfde vliegtuig naar huis zitten en die we vast nog vaker tegen gaan komen. Het hotelletje is heel apart, het is namelijk een stukje van het oude dorp. Het dorp Dana is helemaal leeg gelopen sinds ze een eindje verderop een cementfabriek hebben gebouwd en alles is nu vervallen. Voor het natuurreservaat zijn er nu een aantal hotels en er wonen twee families die dit alles draaiende houden. De hotelkamers zijn allemaal voormalige huisjes, die nu stuk voor stuk worden opgeknapt en bij het hotel worden getrokken. Bovenop de kamers zijn een groot dakterras en diverse overdekten terrassen en eetzalen. Tussen de kamers door loop je door een smalle steeg met trappetjes, echt heel mooi!
Tagarchief: Jordanië
Azraq en de woestijnkastelen (17-11-2014)
Zoals ik in het vorige blog al schreef, zijn we vanuit Amman naar Azraq gereden. Onderweg zijn we bij verschillende woestijnkastelen gestopt. Het eerste kasteel was Qasr Kharana, een karavanenserai uit de achtste eeuw. We waren hier helemaal alleen en konden door het hele kasteel dwalen, wat het nog specialer maakte.
Ongeveer 15 kilometer verderop ligt Qasr Amra, een oud badhuis uit dezelfde tijd. Hier kun je nog de oude fresco’s bewonderen die goed bewaard zijn gebleven (met veel afbeeldingen van mensen, wat erg bijzonder schijnt te zijn in de Arabische cultuur). Ook hier waren we helemaal alleen, we kregen zelfs de sleutel mee.
Het laatste kasteel dat we bezocht hebben was in Azraq zelf. Dit kasteel is gebruikt door Lawrence of Arabia en is door aardbevingen voor een groot deel ingestort. De gids die ons daar rondleidde was erg blij om ons te zien, aangezien wij de eerste toeristen voor hem waren sinds een week. Erg sneu dat het hier nu zo rustig is, terwijl het eigenlijk hoogseizoen zou moeten zijn. En dat terwijl je helemaal niets merkt van wat er in de buurlanden allemaal speelt.
Vanuit de ecolodge waar we geslapen hebben, hebben we wel een aantal f16’s op horen stijgen. De ecolodge is namelijk een oude Britse militaire kazerne en ligt naast een nieuw militair vliegveld.
Aan het einde van de middag hebben we nog een wandeling door het Wetland Reserve gemaakt. Deze oase was 20 jaar geleden gigantisch, maar doordat ze al het water naar de hoofdstad hebben gepompt, is er niet veel meer van over. Onze gids in het kasteel vertelde zelfs dat hij tegenover het kasteel 20 jaar geleden op grote meervallen ging vissen, terwijl het er nu kurkdroog is. Nu doet de overheid haar best om dat wat er nog van de oase over is in stand te houden.
Inmiddels zijn we in Madaba, waar we gisteren het stadje hebben bekeken. Madaba staat bekend om alle mozaïeken en er zijn dan ook verschillende interessante opgraven te zien. Ook ligt er in de St. George kerk een kaart van Palestina, helemaal in mozaïek. Onderweg naar Madaba zijn we nog naar Mount Nebo geweest, vanwaar Mozes het beloofde land zag en waar hij gestorven zou zijn. (Niet heel bijzonder, maar je moet er geweest zijn als je er toch langs komt).
We hebben net wat boodschapjes en souvenirs gehaald (gisteren heb ik trouwens nog een echte Arabische Barbie gekocht voor 2 JD, met hoofddoek en zwarte jurk!) en zo meteen gaan we weer verder, we gaan drijven in de Dode Zee!
Jerash en Ajloun (15-11-2014)
Gisteren zijn we naar Jerash en Ajloun geweest. Na het ontbijt zijn we eerst vertrokken naar Jerash, ons eerste echte stuk op de weg hier in Jordanië. De wegen zijn tot nu toe best goed, maar wat wel opvalt is dat het behoorlijk smerig en stoffig is overal. Het is ook overal druk op straat en mensen staan midden op de weg stil om langs de weg olijven, aubergines, tomaten en granaatappels te kopen.
Jerash was makkelijk te vinden en na een uurtje rijden reden we recht op de gigantische triomfboog af. Eenmaal op de vindplaats zijn we ruim 2,5 uur zoet geweest. Er staan nog ontzettend veel pilaren overeind, vooral langs de cardo maximus, de hoofdstraat van de oude stad Gerasa. Er staan ook nog twee amfitheaters en veel resten van tempels, kerken en een gigantische fontein, welke ooit zeker prachtig en heel imposant moet zijn geweest. De vindplaats is niet overdreven groot, maar wel erg goed bewaard gebleven en mooi gerestaureerd en het was zeker de moeite waard om gezien te hebben.
Van Jerash zijn we naar Ajloun gereden, zo’n 30 kilometer verderop. Het laatste stukje gaat door de bergen, een flink stuk omhoog, om uiteindelijk bij het oude kasteel bovenop een berg uit te komen. Dit kasteel is het enige nog bestaande voorbeeld van Arabische architectuur en is in verschillende periodes voor verschillende doeleinden gebruikt. Het kasteel is ook erg mooi bewaard gebleven en je kunt door het hele kasteel ronddwalen. Bovenop heb je een mooi uitzicht op de omgeving.
Toen we terug waren in Amman zijn we weer bij Hashem falafel en hummus gaan eten. Daarna zijn we bij Habibah in de lange rij aangesloten voor een populair nationaal dessert wat ze hier het beste schijnen te maken (Habibah wordt ongeveer net zo aangeprezen als Hashem, dus dit moesten we proberen). Gelukkig liep de rij vlot door, want wij vonden het niet zo heel lekker. Onderop ligt een laag geitenkaas, met daarover mierzoet knapperig deeg, een beetje zoals baklava. Zonder de geitenkaas was het best lekker, maar wel ontzettend zwaar, dus waren we blij dat we maar 1 portie hadden genomen.
Vandaag gaan we ons fijne hotelletje hier in Amman verlaten en gaan we een stukje naar het oosten, om de “desert castles” te bekijken. Vanavond slapen we dan in een ecolodge in Azraq. Deze ecolodge is een voormalig Brits militair complex en behoort tot één van de projecten van de overheid om de natuur in Jordanië in stand te houden.
Eerste dag in Amman (13-11-2014)
Inmiddels hebben we onze eerste dag in Amman erop zitten. Gisteren hebben we, nadat we geland waren, meteen onze (ietwat gare) huurauto opgehaald (een Peugeot 207). Met de gedownloade navigatie konden we het hotel makkelijk vinden. De eigenaar van het hotel is super vriendelijk en de kamer is ruim en schoon, dus wat willen we nog meer.
Vanochtend hebben we, na een lekker ontbijt in het hotel met tomaat, komkommer, Arabisch brood, jam en een lekker omeletje, de stad bekeken. Eerst zijn we aan de klim naar de oude citadel begonnen, met een hoop Romeinse en Byzantijnse resten en een mooi uitzicht over de stad.
Daarna zijn we naar de benedenstad gegaan, waar we het Romeinse theater hebben bekeken. We zaten daar net wat uit te rusten in de schaduw toen een aantal jongentjes op ons af kwam en steeds op de foto wilde. In het begin was het leuk, maar ze werden steeds vervelender en toen wij het museum in gingen en ze ons nog steeds achtervolgende, joeg een medewerker ze weg.
Vanaf het theater zijn we door het centrum en de souks terug gelopen naar het hotel, maar eerst hebben we heerlijk geluncht bij Hashem, aanbevolen door de Trotter, de Lonely Planet en Hany van het hotel (ze zouden hier de beste falafel van heel Amman hebben), dus dat moest wel goed zijn! We kregen khobz (plat brood) met hummus, tomaten, munt en falafel en het was echt heel erg lekker. Allebei een cola erbij en voor 4 euro hadden we onze buikjes rond.
Voor ’s avonds hadden we een kookles geboekt, dus na een lees- en douchepauze in het hotel zijn we naar het Pasha Hotel gegaan, waar we de kookles geboekt hadden. De kookles viel vergeleken met de kooklessen die we in Marrakech en Vietnam gedaan hebben wat tegen. Het was veel minder professioneel en we kookten niet zelf in een echte keuken. De kok van het hotel heeft ons uitleg gegeven over hoe je hummus maakt en dit ook voor gedaan. Vervolgens hebben we samen met hem een Arabische salade, fatoush, gemaakt. Samen met khobz en falafel was dit ons avondeten.
Op de weg naar huis hebben we nog een mooie grote waterpijp als souvenir voor thuis gekocht.
Nu liggen we nog een beetje tv te kijken en wat op te zoeken over wat we morgen gaan doen. We gaan namelijk naar Jerash, een belangrijke Romeinse vindplaats ten noorden van Amman.