Vorig weekend zijn we naar Gent geweest. Na Brugge stond ook deze Belgische stad hoog op ons verlanglijstje, dus Mark zijn 30e verjaardag was een goede aanleiding voor een kort tripje.
Op de heenweg begon het steeds harder te regenen en werd de lucht steeds donkerder. Gelukkig hadden we een paraplu bij, waar we tot het begin van de middag steeds samen onder konden schuilen als we van een kerk naar het Belfort naar de volgende kerk liepen.
Nadat we ons koffertje in het hotel hadden achtergelaten zijn we begonnen bij de Sint Baafskathedraal. Deze kerk lag op een steenworp afstand van het hotelletje dus met onze paraplu konden we deze mooi droog bereiken. De buitenkant van de kerk stond helaas in de steigers, maar het mooiste aan de kerk was de crypte, waar duidelijk de fundamenten van de oorspronkelijke kerk te zien waren. Vanuit de kathedraal zijn we snel overgestoken naar het Belfort. Daar kun je de toren in om de klokken te bekijken en natuurlijk voor het uitzicht over de stad. Van het Belfort zijn we weer door gegaan naar de Sint Michielskerk, die ook weer maar een paar meter verder lag. Deze kerk was niet zo indrukwekkend, maar het was ten minste wel droog binnen en aan de achterzijde was er een boekenmarkt waar we even gesnuffeld hebben. Toen we weer buiten kwamen kon de paraplu dicht blijven en later kwam zelfs het zonnetje nog eventjes door.
We zijn verder gelopen door het centrum van de stad, waar we ineens voor het Gravensteen stonden. We wilden deze eigenlijk zondag bezoeken, maar nu we toch voor de poort stonden hebben we dit er meteen achteraan geplakt.
Het Gravensteen is een oude Burcht, oorspronkelijk gebouwd van hout, maar later opgetrokken uit steen. Het is eigenlijk gewoon een echt Middeleeuws kasteel midden in de stad en het is zo’n beetje de belangrijkste bezienswaardigheid van Gent. Toen de Burcht niet meer nodig was voor de stad is deze gebruikt als gevangenis, je kunt dan ook nog zien hoe gevangen er ooit gemarteld werden. Verder kun je helemaal rondom het kasteel langs de kantelen wandelen, ik kan me goed voorstellen dat je je als kind hier echt een ridder kan voelen.
Na een warme chocomel op het terras van de Starbucks zijn we op ons gemak naar het hotel gelopen. Hier was de kamer inmiddels klaar en die viel alles mee. Lekker ruim en in een mooi oud pand (met tig trappen, dat dan weer wel). Het hotelletje beviel erg goed, het heet Faja Lobi en een deel van hun winst gaat naar een project in Congo dat zorgt voor het aanplanten van nieuwe bossen. Ook een deel van de opbrengst uit hun eetcafé beneden gaat daar naartoe dus zaterdagavond hebben we lekker exotisch gegeten in het hotel, met gebakken banaan, gekruide kippenvleugeltjes, Surinaamse viscurry en Javaanse saté.
Het leuke van Vlaanderen is dat je er gewoon naar de bioscoop kunt en dit dan ook gewoon kunt volgen, dus na het eten zijn we nog naar de film Gone Girl geweest en na een lange dag lagen we tegen middernacht lekker in ons bedje.
De volgende morgen konden we lekker uitslapen, want het ontbijt was tot 12.00 uur. We kregen een gebakken eitje met spek en een grote kop thee en konden verder onszelf bedienen met verse broodjes, beleg, croissantjes, fruit en vruchtensap. Dit was een goed uitgebreid ontbijt voor wat wij gewend zijn, dus ook hier krijgt het hotel weer een dikke voldoende.
Na het ontbijt zijn we over de brocante markt gelopen, maar helaas zat hier niet echt iets naar onze smaak bij. Omdat het weer zondag een stuk beter was dan zaterdag hebben we daarna een rondvaart over de Leie en de Schelde gedaan. Zo zie je de stad toch weer van een andere kant en met wat extra informatie van de schipper kom je wat meer te weten over de geschiedenis van de stad. Aan het einde van de rondvaart kwamen we langs het Huis van Alijn, een oud opvangtehuis voor ouderen en armen, waar nu een tentoonstelling te zien is van eigenlijk alles in het dagelijks leven door de jaren heen. Het is alleen al een erg mooi pand en ook de tentoonstelling is leuk om te zien. Wij vonden vooral de hele oude spulletjes (van huishoudelijke spullen tot apothekersspullen) en het speelgoed uit de jaren ’80 erg leuk om te zien.
Inmiddels was het alweer ver na lunchtijd en begonnen we weer honger te krijgen. Met een echt Belgisch frietje van cafetaria “Het Puntzakje” hebben we daarom het weekend afgesloten.
Gent is een leuke stad en in een weekend kun je veel van de stad zien. Voor een dagje winkelen is het ook een leuke stad. We vonden het vergelijkbaar met Brugge, al heeft Brugge meer geschiedenis en Gent meer winkels en terrasjes.